SV | En ook wanneer de dwaas op den weg wandelt, zijn hart ontbreekt [hem], en hij zegt tot een iegelijk, dat hij dwaas is. |
WLC | וְגַם־בַּדֶּ֛רֶךְ [כְּשֶׁהַסָּכָל כ] (כְּשֶׁסָּכָ֥ל ק) הֹלֵ֖ךְ לִבֹּ֣ו חָסֵ֑ר וְאָמַ֥ר לַכֹּ֖ל סָכָ֥ל הֽוּא׃ |
Trans. | wəḡam-badereḵə kəšehassāḵāl kəšessāḵāl hōlēḵə libwō ḥāsēr wə’āmar lakōl sāḵāl hû’: |
En ook wanneer de dwaas op den weg wandelt, zijn hart ontbreekt [hem], en hij zegt tot een iegelijk, dat hij dwaas is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ook wanneer de dwaas op den weg wandelt, zijn hart ontbreekt [hem], en hij zegt tot een iegelijk, dat hij dwaas is.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!